Rendementsgerichtheid

Rendementsgericht

Op 3 competentieniveaus

Houdt bij inspanningen die geleverd worden zichtbaar rekening met de bijdrage daarvan aan het te behalen resultaat, op korte en langere termijn.

Per competentie wordt het basisgedrag omschreven. Elke competentie is tevens uitgewerkt in concreet gedrag op drie niveaus. Dit gedrag is niet uitputtend, het geeft slechts een indicatie van wat van de persoon op een bepaald niveau aan gedrag verwacht mag worden. Het basisgedrag is het gedrag dat als vanzelfsprekend bij iedereen (ongeacht het niveau binnen de organisatie) verwacht mag worden.

Rendementsgericht
Bij deze competentie gaat het om een gevoel voor de financiële kanten van het werk. Alle activiteiten moeten uiteindelijk een zichtbare bijdrage leveren aan het te behalen financiële resultaat. Het basisgedrag is: oog hebben voor de verhouding tussen kosten en baten.

Niveau 1

Kan de eigen werkzaamheden relateren aan de financiële doelstellingen van de afdeling
  • Houdt zichtbaar rekening met de gevolgen van de eigen acties op de te behalen financiële doelstellingen van de afdeling.
  • Maakt in het werk een afweging tussen de kosten en baten.
  • Geeft prioriteit aan die werkzaamheden die het meest bijdragen aan de te behalen financiële doelstelling van de afdeling.
  • Is in staat de financiële resultaten van de eigen afdeling te plaatsen binnen de financiële doelstelling van de bedrijfseenheid/divisie.

Niveau 2

Zet acties in gang die voor het eigen onderdeel het gewenste financiële resultaat opleveren
  • Vertaalt oplossingen en beslissingen in zowel financiële als niet-financiële aspecten voor de eigen afdeling/project.
  • Beoordeelt investeringsvoorstellen van anderen op basis van wat die op de korte én langere termijn opleveren.
  • Is continu bezig activiteiten en processen te toetsen aan de financiële kaders van de eigen afdeling.
  • Initieert (of werkt mee aan) acties die niet direct een bijdrage leveren aan de te behalen resultaten van de eigen afdeling, maar wel bijdragen aan de financiële doelstellingen en ambities van de organisatie.

Niveau 3

Neemt besluiten tot investeringen (in capaciteit en geld) die op korte of langere termijn de gewenste opbrengsten voor de organisatie opleveren
  • Neemt strategische financiële beslissingen die in lijn liggen met de missie van de organisatie.
  • Beoordeelt investeringsvoorstellen op basis van de bijdrage die ze leveren aan de strategische doelstellingen van de onderneming.
  • Streeft in een partnership naar een optimale verhouding tussen korte termijn investeringen en toekomstige opbrengsten voor de eigen onderneming.
  • Stimuleert anderen met verrassende (nieuwe) ideeën om zo te zorgen voor groei van de afdeling op de langere termijn.
Scroll naar top