Ondernemerschap

Ondernemerschap

Op 3 competentieniveaus

Zoekt actief naar mogelijkheden om de interne of de externe markt, zowel voor bestaande als nieuwe diensten, zet acties in gang om deze te benutten; neemt zonodig verantwoorde risico’s.

Per competentie wordt het basisgedrag omschreven. Elke competentie is tevens uitgewerkt in concreet gedrag op drie niveaus. Dit gedrag is niet uitputtend, het geeft slechts een indicatie van wat van de persoon op een bepaald niveau aan gedrag verwacht mag worden. Het basisgedrag is het gedrag dat als vanzelfsprekend bij iedereen (ongeacht het niveau binnen de organisatie) verwacht mag worden.

Ondernemerschap
Afhankelijk van de functie, zijn er twee typen ondernemerschap. Extern ondernemerschap, waarbij het gaat om kansen voor de organisatie bij externe klanten. Intern ondernemerschap, waarbij het gaat om kansen voor de eigen afdeling bij andere afdelingen/onderdelen van de organisatie. Het bijbehorende gedrag is voor beide typen ondernemerschap hetzelfde. Het basisgedrag is: het hebben van gevoel voor commercie.

Niveau 1

Maakt gebruik van mogelijkheden om een klant meer te bieden
  • Biedt de klant aanvullingen op de oorspronkelijk gevraagde oplossing.
  • Maakt de klant enthousiast voor nieuwe diensten.
  • Vertaalt de behoeften van klant in diensten.
  • Herkent ‘koop’signalen en onderneemt hierop actie.
  • Biedt op basis van kennis van bedrijfsprocessen van de klant, mogelijke diensten aan.
  • Vertaalt globale behoeften bij de klant in mogelijke oplossingen.

Niveau 2

Genereert behoeften bij klanten, creëert kansen
  • Benoemt voor de klant de toegevoegde waarde van relevante nieuwe diensten/concepten.
  • Grijpt ontwikkelingen rondom nieuwe diensten aan om de behoeften bij de klant te creëren.
  • Maakt de juiste afweging in de risico-inschatting tussen korte termijn succes en mogelijkheden op de langere termijn bij klanten/opdrachtgevers.
  • Stelt concepten voor die bijdragen aan het versterken van de concurrentiepositie van de klant.
  • Brengt (toekomstige) behoeften van klanten/opdrachtgevers effectief voor het voetlicht.
  • Vertaalt toekomstige ontwikkelingen bij klanten/opdrachtgevers in een mogelijke behoefte.
  • Komt tot business door mee te denken in beslissingen over bedrijfsprocessen bij klanten/opdrachtgevers.
  • Beïnvloedt besluitvormingsprocessen bij partners/opdrachtgevers om eigen kansen optimaal te benutten.

Niveau 3

Gaat strategisch samenwerkingsverbanden aan met klanten/leveranciers
  • Is actief op zoek naar win-win situaties om besluitvormingsprocessen bij klanten of leveranciers positief te beïnvloeden.
  • Zoekt actief naar partners voor samenwerking op gebieden die de core-business van de organisatie raken.
  • Sluit deals af met een hoog afbreukrisico die de core-business van de onderneming raken.
  • Onderkent risico’s die met grote ‘deals’ gepaard gaan en dekt deze zoveel mogelijk af.
Scroll naar top